De samenstelling van de antieke maatschappij.
Voor er sprake was van religies of regeringen en alles wat daar bij behoort, was er ook een maatschappij die zich goed wist te handhaven.
Laat ik beginnen bij het begin.
Als eerste woonvorm was er een soort van dorp waarbinnen een aantal individuen samen waren gekomen. Hierin was iedereen gelijk. Er was dus geen leid(st)er of hoofdfiguur die de lakens uitdeelde.
Dus geen patriarchaat of matriarchaat in wat voor vorm dan ook. Als er iets moest gebeuren wat iedereen aanging dan werd dat ook in samenwerking gedaan of overlegd.
Zelfs de kinderen deden, in hun capaciteiten, mee.
Ieder deed waar hij of zij goed in was en nuttig was voor de leefgemeenschap.
De een hielp met het zware werk zoals ploegen, houthakken, huizen bouwen en oogsten.
De ander was weer goed in het jagen, wide dieren vangen en temmen.
Weer anderen deden het zaaien, helpen bij het uitzoeken van nuttige kruiden voor het eten, gezondheid enzovoorts.
Vaak waren er diverse specialisaties in een persoon verenigd.
Men ging er gevoelsmatig vanuit dat iemand goed was in datgene wat automatisch door hem of haar werd opgepakt.
De gehele samenleving was gebaseerd op de eigen verantwoordelijkheid en de ongeschreven regeltjes die daar uit voortvloeiden.
Deze regeltjes waren niet zo rigide als de huidige regels die opgeschreven staan.
De mens kon de verantwoordelijkheid ook niet afschuiven of afwijzen.
Men was en bleef zelf verantwoordelijk voor datgene wat men al dan niet deed of liet.
Dat hield onder andere in dat als men iets zag dat iemand een ander direct of indirect schade berokkende en er niets tegen deed om het te stoppen of te voorkomen, men net zo schuldig was als de dader. Als er een dader was.
Als je zag dat er een overstroming dreigde en deze door een simpele handeling te voorkomen was, het volkomen normaal was dat men dat ook deed en zo niet, was men schuldig aan de schade van de ander(en).